Nieuwe handreiking bij meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag
Bij een melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer is het vaak lastig om te bepalen wat de precieze vervolgstappen zijn. Wat voor soorten interventies zijn er en wanneer gebruik je welke? Met een nieuwe handreiking probeert regeringscommissaris Mariëtte Hamer antwoord te geven op deze en vele andere vragen.
Helaas komt het vaker voor dan men verwacht: seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Natuurlijk doet een werkgever er alles aan om het te voorkomen maar als er toch een melding komt van een geval is het van groot belang om de beslissingen te maken. Mariëtte Hamer is regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld en komt met een rapport met concrete stappen om deze beslissingen nog makkelijker te kunnen maken.
Fases
Volgens de handreiking zijn er 4 fases voor de opvolging van een melding. De eerste fase is fase 0 en gaat erover dat je je er bewust van bent dat er een melding kan komen en dat je hier dan ook voorbereid op bent. Hierop volgt fase 1. Dit is de beslissingsfase. Tijdens deze fase beslis je wat voor opvolgingen er moeten komen en informeer je de betrokkenen. Hierop volgt logischerwijs fase 2. Tijdens deze voer je de opvolging die je hebt gekozen tijdens fase 1 uit. Uit deze opvolging kunnen consequenties volgen. Als laatste heb je fase 3. In fase 3 reflecteer je op het hele proces en kijk je wat je er van kan leren voor de toekomst.
Opvolgingen
In fase 1 en 2 wordt de opvolging gekozen en uitgevoerd. In het de handreiking definieert Mariëtte Hamer 5 soorten opvolging. Ten eerste een informeel gesprek tussen de melder, de leidinggevende en de beschuldigde. Als tweede een correctief gesprek tussen de beschuldigde en de leidinggevende en als derde een groepsgesprek met het team en een deskundige. De vierde opvolging is bemiddeling tussen de melder en de beschuldigde, die wordt geleid door een bemiddelaar. De laatste soort opvolging is mediation tussen de melder en de beschuldigde, die wordt geleid door een mediator. Naast deze soorten opvolgingen kan er ook een onderzoek worden gestart naar ofwel de specifieke melding, de organisatiecultuur of de aanpakstructuur binnen de onderneming. Deze laatste twee soorten onderzoek past goed binnen fase drie.
Vragen
Mocht je nog vragen hebben kan je hier de hele handreiking lezen of kan je hier meer hulpmiddelen vinden tegen ongewenst gedrag.Â