Reparaties die ervoor zorgen dat algemene dagelijkse levensbehoeften mogelijk zijn (koken, toiletgebruik, wassen, schoonmaken, et cetera). Daarnaast reparaties die vitale processen mogelijk maken, zoals het werk in de ziekenhuizen en het functioneren van netwerkvoorzieningen.
Reguliere onderhoudswerkzaamheden gaan in principe door, zolang dit veilig mogelijk is. Het protocol ‘Samen veilig doorwerken’ is daar leidend bij.